Canon heeft ook andere speciale lenzen, waaronder de TS-E (tilt-shift) en MP-E, die een EF-vatting hebben. Met een TS-E-lens kan de gebruiker de voorzijde van de lens fysiek omhoog en omlaag bewegen, om de schijnbare hoek en het scherpstelvlak aan te passen. Dit type lens is vooral bedoeld voor gespecialiseerde gebruikers en is ideaal voor veel verschillende soorten fotografie, zoals architectuur-, product- en landschapsfotografie.

mm – brandpuntsafstand (bijv. Canon EF 135mm f/2L USM-lens)

De brandpuntsafstand geeft het bereik van een lens aan met de kortste en langste afstand. Hoe groter het getal (hoe 'langer' de brandpuntsafstand), hoe kleiner de beeldhoek. Dit betekent dat onderwerpen dichter bij de camera lijken.

f/ of F – diafragma (bijv. Canon RF 15-35mm F2.8L IS USM-lens)

Het diafragma wordt uitgedrukt in f-getallen of f-stop en is het deel van de lens waarmee je regelt hoeveel licht de camerasensor bereikt. Hoe kleiner het getal, hoe groter het diafragma en hoe meer licht er in de camera kan komen. Het regelen van het diafragma kan verschillende voordelen hebben. Een groter diafragma zorgt voor een zeer wazige achtergrond, maar een scherp onderwerp of een scherpe voorgrond. F2.8 laat bijvoorbeeld meer licht binnen dan F11. Diafragma's van F2.8 en lager zijn beter geschikt voor nachtfotografie en portretten.

De generatie, geschreven in Romeinse cijfers, vertelt je waar de lens zich in termen van ontwikkeling bevindt. Wanneer een lensontwerp wordt verbeterd, krijgt de lens een nieuw nummer.(bijv. III is de nieuwere versie van II)

Technologieën bieden meer informatie over de eigenschappen van je lens en hoe deze je kunnen helpen.

IS – beeldstabilisatie (bijv. Canon EF-M 55-200mm f/4.5-6.3 IS STM-lens)

Beeldstabilisatie is een systeem dat de effecten van camerabewegingen vermindert voor een scherper beeld. Je weet dat je lens beeldstabilisatie heeft als er 'IS' in de naam staat.
Goed om te weten: beeldstabilisatie wordt gemeten in stops. Hoe meer stops een lens heeft, hoe effectiever de IS is.